Athena luisterde naar de woorden van de reu. Ergens klonk zijn stem wat zoetig en vleiend, maar dit probeerde Athena te negeren door hem bits aan te kijken. Ze was zich bijna doorgeschrokken en dat waardeerde ze nou niet echt. Nog steeds klopte haar hart wat sneller om de adrenaline die door haar lichaam vloeide echt overal te krijgen.
Athena snoof, ze reu leek zich best op zijn gemak te voelen. Hij leefde hier vast al een tijdje. Athena zou, als het gebied veilig genoeg voor haar was, hier proberen te jagen, wat aansterken om vervolgens haar weg te vervolgen. Ze was op weg naar de uitmonding van de rivier, ze had het gevolgd vanaf hoog in de bergen en ze wilde nu toch wel weten waar hij eindigde. De roedelleden van haar vorige roedel vonden de zoektocht nutteloos, maar Athena was zo gefocusseerd op de rivier dat ze de verleiding het te volgen niet kon weerstaan.
Na een relatief lange stilte wendde ze haar blik weer op de grote, zwarte reu, waarna ze besloot haarzelf voor te stellen. Bondgenootschappen sluiten onderweg was beter dan vijanden maken, toch?
"Ik ben overigens Athena," sprak ze op een toon dat alles behalve subtiel en zoetjes klonk, eerder nors en star.