Kiva struinde rond, haar poten leken minder te branden van het warme zand van de woestijn maar zo als je eens goed keek kon je nog een klein wondje ervan zien. In de verte zag ze het veld al liggen, misschien was er iets goeds te vangen als ze geluk had. Kiva slofte voort, haar staart hield ze laag kwispelend op de maat van het drafje dat ze aanhield, en bereikte toen het veld. Het eerste wat door Kiva schoot was de pracht ervan, althans het was beter dan wat ze gewend was de bloemen waren er duidelijk aanwezig en in de verte was niks anders dan gras te zien en een paar bomen. De lucht was hier nog prachtig helderblauw met een paar verdwaalde wolkjes die aan de hemel stonden. Kiva liep verder toen een onbekende geur haar zintuig prikkelde; wolf. Kiva rook nog eens en hupte toen in de richting hoewel de wind verkeerd stond en ze het spoor kwijtraakte. Zacht grommend met haar hoofd laag ging Kiva verder toen de geur van rook binnendrong en ze haar hoofd optilde.
In de verte klonk het geluid van een brullende bok die zijn kudde vooruit spoorde. Toen de kreet van een dier dat waarschijnlijk werd neergehaald door iets, de wolf misschien? Kiva rende nu over het veld, de wind waaide door haar dikkere vacht heen en haar donkerbruine, bijna donkerroodkleurig, ogen keken richting de rookwolken die ze nu zag. Wat was er aan de hand? Eerst greep de angst haar zachtjes vast, haar lokkend naar wat ze wilde weten en stapje voor stapje wist Kiva dat ze het gevaar op zou gaan.
Toen zag ze hem; een wolf at van een pas gedoodde hinde en het eerste wat haar opviel waren zijn ogen, ze waren anders dan de hare dan alle andere, ze waren vol van een glans van leven.
Onrustig keek Kiva rond, de geur van rook werd sterker en ze wist door de windrichting dat de wolf haar kon ruiken. Ze stond boven op een kleine heuvel terwijl de wind door haar vacht waaide en toen zag ze niks meer van wat er gaande was want ze dwong zichzelf de heuvel af richting de wolf, ze moest hem waarschuwen! Had hij dan niet gezien hoe het vuur gulzig likte aan de bebladerde bomen en zich verspreidde door de struiken? En hij zat een hert te eten? Dat was er vast een die van dag tot dag zou leven besefte Kiva zich toen en ze stopte even ze wist nog goed wat de laatste reu haar had geflikt en als ze zo keek leek hij qua bouw duidelijk een reu, groot en gebouwd op kracht en snelheid.
'En jij dan?' fluisterde hij zacht 'je bent mijn vriendin Kiva,' zei hij toen en Kiva draaide haar hoofd weg. 'Maar niet je partner.' Zei ze toen en hij gromde even kwaad 'nee dat zul je wel worden verdomme!' Grauwde hij toen kwader. 'En als ik dat niet wil?' Kiva hoorde haar eigen woorden en schrok van zichzelf maar nu gromde zij ook, laag met haar tanden ontbloot hij kon niet zo doen tegen haar, ze was ouder en wijzer hij moest respect tonen. 'Ik hoef niet de moeder te worden van jouw mismaakte alfa-pups.' Gromde ze kwader, hij was haar vriend toch? Maar later besefte ze dat ze niet anders kon. 'Wacht jij maar,' grauwde ze toen en ze liep weg, niet wetende dat ze toen twee dagen erna met een boel toneelgespeel van tevoren werd verbannen door haar beste vriend.
(kon niks anders verzinnen.)