Poeki liep langs een hol, het was klein en knus. Ze was er eerder langsgelopen, maar ht was bewoontgeweest. Nu zag het er leeg en verlaten uit. En zo rook het ook. Ze liet haar hoofd naar binnen glijden. "Haallo?"Vroeg ze . Ze stapte naar binnen. Ze glimlachte, ze keek om zich heen. Het stonk.. Naar dode wolf. Har glimlach verdween weer. Een stuk verder, aan de andere kant van het hol, lag een dode pup. Poeki schrok. Ze wou wegrennen.. maar dit kleintje kon hier toch niet blijven? De ouders hadden het waarchijnelijk niet kunnen grootbrengen met deze schaarste. Ze liep er langzaam op af, met de tranen in haar ogen. Ze keek ernaar, de maden zaten er al in. Ze gruwelde en draaide zich op. Ze vond het zo zielig! Maar durfde het ook niet op de pakken. Buiten het hol ging ze zitten. En zocht rond zich, of er ngo andere waren..